Ik wil laten zien dat dove mensen ook horen bij het politieke proces
Benny Elferink werkt ruim twintig jaar voor het Nederlands Gebarencentrum, waarvan twee jaar als directeur. Tijdens de verkiezingen is hij voorzitter van het stembureau in het gebouw van het College, dat hij samen met andere dove mensen bemant. Benny is doof geboren. Zijn ouders, zus en vrouw zijn doof. Hij heeft twee dochters, de jongste is ook doof. Doof zijn op zichzelf is niet erg, vindt hij. De gevolgen voor wat betreft aan informatie komen en communiceren wel. In zijn jeugd in de jaren 70 was er geen ondertiteling, geen tolk en geen telefoon waarop je kon typen. Hij zat op de dovenschool en kreeg spraaklessen, verschrikkelijk vond hij dat. Gebaren mocht niet, op sommige scholen werden kinderen zelfs geslagen als ze het toch deden. Gelukkig is er sinds de jaren 80 veel veranderd. Gebaren mag nu, en er is veel meer toegang tot informatie. En dat betekent voor Benny: toegang hebben tot de wereld.
Alle geportretteerden kozen een mensenrecht waar ze veel aandacht aan besteden in hun leven en werk.
Je koos het recht op politieke participatie voor iedereen, waarom?
Al diverse keren zet ik mij in bij een stembureau dat volledig door dove mensen wordt gerund. Toegankelijkheid is goed, maar het gaat ook om zichtbaarheid. Dat dove mensen gewoon meedoen in de samenleving. Veel doven hebben niet zoveel affiniteit met politiek. Dat is niets voor mij, ver weg, denken ze. Maar politiek bepaalt ons leven. Ik wil dove én horende mensen laten zien dat dove mensen ook horen bij het politieke proces. Gebarentaal zie ik als de brug daar naartoe. Hoe belangrijk dat is realiseerde ik me voor het eerst op het wereldcongres voor doven in Finland in 1987. Daar was gebarentaal de voertaal. Ik zag daar dove mensen die op goede posities zaten, dove professoren die lezingen gaven over gebarentaal in gebarentaal. Mensen die diepgaande gesprekken met elkaar konden voeren in gebarentaal. Gebarentaal is een volwaardige taal, en daar wil ik me voor inzetten.
Wat betekenen mensenrechten voor jou?
Ik zou graag linguïstische rechten willen toevoegen aan mensenrechten: het recht op taal. Daardoor maak je de rol van gebarentaal minder vrijblijvend. Het moet vanzelfsprekend worden dat overheids- en publieke informatie ook in gebarentaal is.